Tony Roe
Bij pianist Tony Roe (1979) verschoof het sessiewerk de laatste jaren langzaam naar de achtergrond. Zijn eigen band Tin Men & the Telephone is inmiddels een fulltime job. “Ik wil het publiek graag moeilijke muziek door de strot douwen. En dat ze het na afloop nog tof vinden ook.”
Hij is nog herstellende van een hernia-operatie, maar stond een week na de operatie alweer op het podium. “Wel heel kort hoor, maar je kunt als muzikant natuurlijk niet alles afzeggen.” En in de tijd die hij wel plat moest liggen, besloot hij zich te verdiepen in de synthesizerwereld van de Euroracks. “Ik heb eindeloos tutorials gekeken en gebruiksaanwijzingen gelezen. Daar had ik nu mooi de tijd voor.”
Met het arbeidsethos van Tony Roe is weinig mis. Sinds hij in 2009 afstudeerde als jazz-pianist aan het conservatorium in Amsterdam, is hij een veelgevraagd muzikant. Zo speelde hij met het Asko|Schönberg Ensemble en het Modern Balkan Jazz Orchestra, maakte hij deel uit van de popband Room Eleven en deed hij sessies met onder meer Paul van Kessel. Nog steeds wordt hij regelmatig gevraagd door muzikanten, maar inmiddels slokt zijn eigen jazzpianotrio Tin Men & the Telephone (met drummer Borislav Petrov en contrabassist Pat Cleaver) de meeste tijd op. “Ik sta nu niet zo te springen om sessiewerk, omdat ik nog zoveel wil doen met Tin Men.”
Innovatie
Eén van de meest opvallende dingen die hij de afgelopen jaren deed, was het ontwikkelen van Tinmendo. Deze app moet het publiek bij concerten van Tin Men & the Telephone installeren en zorgt ervoor dat bezoekers interactief kunnen ‘meedoen’. “Iedereen die in de zaal staat kan de muziek op het podium manipuleren”, vertelt Tony. “Ze kunnen bijvoorbeeld aangeven of we sneller of langzamer moeten. De macht van de meerderheid geldt dan. Daarmee worden bezoekers onderdeel van de muziek.” Hij merkt dat het daarbij soms zoeken is naar de balans. “Bij één van de optredens verdeelden we het publiek in twee groepen. Op het scherm zag je twee kamelen en het publiek moest hen via de app laten rennen. Dat was heel tof en grappig, maar dat leidde ook af van onze muziek. Willen we dat wel, vroegen we ons nadien af. Dat is een spannend snijvlak. We willen innoveren, maar de muziek moet wel centraal blijven staan.”
Interactie
Via de optredens met zijn trio onderzoekt Tony de interactie tussen band en publiek. “Wij willen de muziekbeleving intensiveren”, legt hij uit. “Bij andere concerten kan het publiek ook de compositie beïnvloeden, door zelf in de app ritmes en harmonieën in te voegen. Op het podium kiezen wij de meest geschikte uit en gaan die direct spelen. Als de compositie van een bepaalde bezoeker wordt gespeeld, zie je zijn of haar naam op het scherm achter ons. We horen vaak terug dat mensen dat gaaf vinden.” Het maken van de app kostte maar liefst 20.000 euro. Niet iets wat je als muzikant zomaar kunt uitgeven. “Nee, dat was een behoorlijk risico”, weet Tony. “Maar ik wil graag pionieren, dus dan moet je zo’n investering doen.” Het helpt daarbij dat ze in hun projecten regelmatig gesteund worden door fondsen. “Zo hebben we dankzij het Sena Performers Muziekproductiefonds onlangs een cd kunnen maken. Het is een politieke plaat geworden waarin populistische wereldleiders van de aardbol worden verwijderd door een soort ‘alien interventieteam’. Wij hebben muziek geschreven bij toespraken van onder anderen Trump en Poetin. Het is wild en elektronisch.” Lachend: “Het is niet bepaald een commercieel project.”
Techniekkosten
Tony is dankbaar voor het bestaan van Sena, want als muzikant is het niet altijd een vetpot. Ieder kwartaal krijgt hij enkele honderden euro’s van Sena. “Mijn eigen werk levert niet zoveel op, maar mijn sessiewerk met bijvoorbeeld Paul van Kessel wel. Ik weet nooit hoeveel er precies komt, dus ik wil er niet teveel op rekenen. Maar als het binnen is, gebruik ik het vaak voor apparatuur. Met Tin Men hebben we vreselijk veel techniekkosten. Daar gaat alles naar toe wat overblijft. Het is sowieso altijd interessant om MySena bij te houden, je weet nooit of iets in de toekomst opeens gedraaid zal worden.”
De komst van de nieuwe Sena-app zal volgens hem de boel vergemakkelijken. “Als je alles met je mobiel direct kunt invoeren, scheelt dat natuurlijk veel tijd.” En waar veel muzikanten liever hun ogen sluiten voor alles wat met financiën te maken heeft, ziet Tony Roe daar juist kansen. “De muziek is altijd het uitgangspunt, maar ik probeer het vak wel als ondernemer te benaderen. Door na te denken over fondsen die we kunnen aanschrijven of subsidies waar we kans op maken. Dat geld is nodig om de plannen die ik heb te kunnen verwezenlijken.”
Want uiteindelijk draait het bij hem om één ding: zoveel mogelijk mensen bereiken met hun eigenwijze muziek. “Het is altijd mijn doel geweest om bij mensen vrij moeilijke muziek door hun strot te douwen. En dat ze het nog tof vinden na afloop ook. Ik wil laten zien hoe leuk, energiek en inspirerend ingewikkelde muziek kan zijn. Dat is mijn persoonlijke missie.”
Favoriete Nederlandse artiest: “Jameszoo. Te gekke muziek, heel verrassend en met veel jazzinvloeden.”
Favoriete Nederlandse nummer: “Ik ben al jaren fan van het Oostenrijks/Frans/Duitse duo KNALPOT, dat opereert vanuit Amsterdam. Het is waanzinnig wilde muziek met enorm veel elektronica. De enige titel die ik kan onthouden was ‘Prrt’. Zo waanzinnig goed. Het klinkt alsof je vijf man hoort, maar ze zijn maar met z’n tweeën.”