Michel van Schie
Hij maakte zelf het conservatorium niet af, maar geeft er inmiddels wel al jaren les. Bassist Michel van Schie maakte furore als muzikant bij onder meer Anouk, Trijntje Oosterhuis en Candy Dulfer. “Talent is belangrijk, hard werken noodzakelijk.”
“Het grote struikelblok was het onderdeel klassiek strijken op het conservatorium”, lacht Michel van Schie (1959) in de studio van zijn Rotterdamse appartement, omringd door basgitaren en mengpanelen. “Daar ben ik vanaf dag één niet komen opdagen, ik had gewoon geen interesse. In het derde jaar kreeg ik te horen dat ik in het laatste jaar dan helemaal moest gaan focussen op dat klassieke strijken. Dat wilde ik niet en ik had genoeg werk. Dus ben ik gestopt.” Lachend: “Gelukkig heeft niemand mij ooit naar een papiertje gevraagd.”
Inmiddels is hij op datzelfde conservatorium docent basgitaar. “Ik praat graag met die jongens over de toekomst”, vertelt hij. “Want talent is één ding, er is meer voor nodig om je staande te houden. Ik leg ze uit dat ze moeten blijven studeren en beter worden, dat ze de ontwikkelingen in de gaten moeten houden en moeten spelen met schoolgenoten. Dat is je netwerk voor later.”
Niet zeiken
Michel van Schie weet als één van de meest gevraagde bassisten van Nederland hoe belangrijk het is om een netwerk te hebben. Hij is vast lid van de Vrienden van Amstel Live en The Voice of Holland, heeft zijn eigen band Soulvation en zat in de band van Anouk. Hij doet vele sessies voor artiesten en staat op het podium met wereldsterren zoals Roger Hodgson (Supertramp). “Als sessiemuzikant is iedere dag anders”, vindt hij. “De ene keer ben je heel creatief in de studio en krijg je van een artiest veel ruimte om ideeën in te brengen. Maar er zijn ook producers die daar helemaal niet op zitten te wachten. Die huren je gewoon in voor drie uur en willen in die tijd een bepaald aantal liedjes opnemen. Dan moet je als muzikant niet gaan zeiken dat je een idee hebt, daar is gewoon geen tijd voor. Een goede sessiemuzikant houdt ook regelmatig zijn mond.”
De mooiste momenten zijn volgens hem de dagen waarop je voelt dat er iets bijzonders gebeurt in de studio. “De dag dat ik Anouk ontmoette, kan ik me nog goed herinneren”, vertelt hij. “Ik kwam aan bij de studio van George Kooymans en Barry Hay en zag haar in een hoekje staan. Even later namen we Nobody’s Wife op. Toen zij begon te zingen, dacht ik: ja, dit is iets bijzonders. De tweede take was meteen goed. Anouk heeft niets meer overgedaan. Zoiets maak je echt zelden mee, dat is pure magie.”
Ontslagen
Rondkomen van de muziek is altijd makkelijk voor hem geweest. “Ik ben al zelfstandige sinds 1988 en kan me geen slechte periodes herinneren”, zegt hij. Zelfs niet toen hij ontslagen werd door Anouk in 2007. “Dat heb ik nooit zo erg gevonden. Het is toch heel gezond dat een artiest af en toe wisselt van band? David Bowie had ook regelmatig een andere band. Als solo-artiest moet je dat gewoon af en toe doen. Een frisse wind is nodig.”
Hij realiseert zich dat hij geluk heeft gehad, maar heeft er ook altijd hard voor gewerkt. “Op dit moment zitten er 20 bassisten op het conservatorium. Die gaan niet allemaal werk vinden later”, weet hij. “Om succes te hebben is er meer nodig dan talent. Dat het mij gelukt is, komt ook doordat ik in die begintijd heel veel meters heb gemaakt. Tijdens mijn studie speelde ik al veel in cafeetjes en daar kwam ik in contact met Hans Dulfer. Ik mocht met hem spelen en via hem kwam ik weer terecht bij zijn dochter Candy. Echt acquisitie heb ik nooit hoeven te plegen. Wel speelde ik gewoon veel. En als je op veel plekken komt, leer je ook veel mensen kennen. Die drive heb je nodig. Ik vind het mooi om die ervaring te delen met de jongens die ik lesgeef.”
Grote hits
De inkomsten van Sena zijn voor hem een welkom extraatje. “Van hits zoals Nobody’s Wife en Girl krijg ik nog altijd geld. Soms gaat het op aan etentjes, soms koop ik er apparatuur voor. Ik vind het mooi dat Sena al 25 jaar bestaat. Hierdoor verdien je als sessiemuzikant toch aan nummers die grote successen zijn geworden. Dat er nu een app komt is een grote verbetering. Muzikanten en financiën zijn meestal geen goede combinatie. Met zo’n app maak je het echt wat makkelijker, dat is essentieel. Al blijft het bewijs, wat vroeger gewoon een foto van een cd-hoesje kon zijn, wel lastig. Daar moet nog iets op gevonden worden.”
Dat hij van zijn muziek kan leven, vindt hij een groot voorrecht. “Geld is handig, maar dat ik mag blijven spelen is belangrijker”, vindt hij. “Nog altijd vind ik het geweldig om een studio in te stappen. Om samen met andere muzikanten van niets iets te maken. Als er vervolgens aan het einde van de dag een goed liedje ontstaat, ben ik gelukkig. Dat zijn de mooiste momenten.”
Favoriete nummer: “Jaco Pastorius – Three Views of a Secret, één van de mooiste composities die ik ken.”
Favoriete Nederlandse artiest: “Anouk en Candy Dulfer, allebei gaaf.”