Terug

Benjamin Herman

Hij is één van de bekendste saxofonisten van Nederland en stond op het podium bij grote sterren. Maar Benjamin Herman speelt net zo lief in een kleine kroeg. “Mijn mooiste momenten zijn wanneer de muziek lukt. Of dat nu met Jantje of Pietje is en waar dat is, is voor mij niet zo belangrijk.”

Hij is onlangs 50 geworden en viert dat met het uitbrengen van drie albums, waarvan twee op audiotapes. “Ik heb geen flauw idee of dat gaat werken”, vertelt hij grijnzend. “Maar mij leek het wel mooi. Tegenwoordig brengt iedereen zijn albums online of op vinyl uit, dit is weer eens wat anders. En het geluid is goed, joh!”

Project S is een ode aan de Citroën SM en Bughouse is een mix van punk, jazz en geïmproviseerde muziek met gitarist Reinier Baas, bassist Peter Peskens van Jungle By Night en hardcore-drummer Olav van den Berg. Bughouse is mede gefinancierd door het Sena Performers Muziekproductiefonds. “Vorig jaar ben ik eens gaan zitten met iemand om te kijken of ik fondsen zou kunnen krijgen voor mijn muziek. Zo kwamen we bij het Muziekproductiefonds van Sena terecht. Echt te gek dat ik het heb gekregen.”

Samenwerking
De lange carrière van Benjamin Herman is imposant. Hij studeerde in 1991 cum laude af aan het conservatorium van Hilversum en richtte in 1993 New Cool Collective op. Daarmee werd hij bekend bij het grote publiek. Verder speelde hij de afgelopen jaren met onder meer Paul Weller, Candy Dulfer, Jan Akkerman, Dr. John, Tony Allen, Hans Teeuwen en vele anderen. “Ik heb een hele brede smaak en vind het leuk om met al die mensen te spelen”, zegt hij.

Gevraagd naar zijn hoogtepunten, is hij even stil. Dan zegt hij: “De mooiste momenten spelen zich toch vaak af de kroeg. Laatst stond ik in Jazz Café Alto op het Leidseplein met trompettist Ian Cleaver. We speelden daar van 22.00 tot 03.00. Halverwege de derde set gebeurde er iets. Mijn gedachten stopten, mijn hoofd stond in slow motion en het was alsof alles vanzelf ging. Dat is iets wat ik misschien één of twee keer per jaar meemaak, maar dat zijn voor mij de muzikale hoogtepunten.”

Vrijheid
Het zijn momenten die hij niet kan oproepen, maar die ontstaan. De ene keer op een podium, de andere keer in de studio. Meestal in vrijheid. “Als ik de studio inga voor een eigen project, heb ik vaak wel stukken geschreven, maar blijft er veel ruimte over. Om samen te spelen, te improviseren en iets moois te laten ontstaan. Omdat ik mijn eigen opnames financier, kan ik die tijd nemen. Dat is heel waardevol. Vroeger bepaalden platenmaatschappijen wanneer iets af was, nu kan ik doorgaan tot het allemaal naar mijn zin is.”

Zijn werk als sessiemuzikant vindt hij geweldig, maar het geeft ook financiële ruimte. “Iets afwijzen doe ik zelden, omdat ik met die sessies mijn vrijheid koop. Met het geld wat ik verdien, kan ik mijn eigen platen maken en projecten opzetten.”

Mede dankzij de vele sessies heeft hij altijd kunnen rondkomen van zijn muziek. “Ik kan me niet herinneren dat ik ooit geldproblemen heb gehad”, zegt hij. “Al scheelt het dat mijn kosten laag zijn. Ik heb geen kinderen, geen auto en betaal weinig aan de hypotheek. Mijn eigen inkomen is niet zo hoog.” De meeste inkomsten stopt hij direct in zijn muziek. “Van het laatste geld van Sena kon ik strijkers inhuren voor mijn nieuwe album Project S. Dat plan had ik al even, maar ik had er geen geld voor. Toen de vergoeding van Sena binnenkwam, kon het opeens wel.”

Sena is de laatste jaren interessanter voor hem geworden, vertelt hij. “Als sessiemuzikant heb ik nooit op hits meegespeeld, dus lange tijd kreeg ik niet zoveel. Maar in de loop der jaren heb ik een aanzienlijk eigen oeuvre opgebouwd, waar ik ook producent van ben. Hierdoor krijg ik ook het producentendeel van Sena. De inkomsten zijn daardoor gegroeid, waardoor ik vaker de studio in kan.” Het invullen op MySena vindt hij prima werken, maar de komst van de nieuwe app lijkt hem een enorme verbetering. “Ik zit veel in de trein en dan heb ik alleen mijn telefoon. Als ik het daar direct op kan invoeren, gaat het natuurlijk een stuk sneller. Dat lijkt me ideaal.”

Live optreden is voor hem elke keer weer bijzonder. Of dat nu met wereldsterren is zoals Paul Weller in grote zalen of met een paar vrienden in een café; het is hem allebei even lief. “Als je vaak wilt spelen zoals ik, kun je niet iedere week in AFAS Live staan. Voor mij hoeft dat ook niet, want ik vind spelen in de kroeg net zo leuk. Uiteindelijk draait het allemaal om de momenten waarop de muziek lukt. Daar doe ik het voor.”

Favoriet Nederlands nummer: ‘Ik vind het album Armand & The Kik echt geweldig. Dat hebben we heel vaak geluisterd in de bandbus. Ik leerde Armand pas laat in zijn leven kennen en vond hem een leuke vent. Maar dat hij ook zulke goeie nummers had geschreven, werd me door dit album pas echt duidelijk.’

Favoriete Nederlandse saxofonist: ‘Hans Dulfer is één van mijn helden. Hij wordt binnenkort 76 en blijft gewoon doorspelen.’