1 minuut met... Rolf Delfos
Iedere dag is saxofonist Rolf Delfos met muziek bezig, de hele dag door. Hij is vergroeid met muziek. Zo maakt hij deel uit van onder andere Artvark Saxophone Quartet, The Houdini’s, The JazzInvaders en Licks & Brains en werkt hij als docent saxofoon, methodiek en improvisatie aan het Koninklijk Conservatorium en het ArtEZ Conservatorium. Daarnaast is hij als lid van de Raad van Aangeslotenen verbonden aan Sena, waardoor hij zich ook bewust is geworden van de organisatiekant van muziek. In gesprek met een man die jazzmuziek ademt, over het maken van muziek én het ondernemerschap dat daar onlosmakelijk aan verbonden is.
Waar moet je rekening mee houden wanneer je je geld wilt verdienen met het maken van muziek?
“Vroeger – in de jaren ’60 en ‘70 – kon je muziek maken en niet al te veel zorgen hebben. Als je een beetje talent had, ging het eigenlijk vanzelf. Dat kan nu niet meer: het is niet zo dat er automatisch mensen in de rij staan als jouw jazz-album uitkomt. Sterker nog, ik ken niemand meer die veel speelt, alleen maar doordat hij wordt gebeld. Je moet er veel tijd in steken om te kijken waar je werk kunt genereren en je moet jezelf ontzettend organiseren, tegen wil en dank. Net als een belastingformulier: daar zit je ook niet op te wachten en toch doe je het wel, want het levert wat op. Zo is het ondernemen een noodzakelijke bezigheid geworden.”
Waarom vind je het belangrijk om in de Raad van Aangeslotenen van Sena zitten?
“Ik wil zoveel mogelijk doen om de breedte van muziek aan de man te brengen, want – bijvoorbeeld op de Nederlandse televisie – zien we te weinig muziek. Hierbij is het belangrijk dat muziekmakers samenwerken. Voor mij staat muziek ook gelijk aan samenwerken, je kunt het niet alleen. De krachten van andere muzikanten zijn van groot belang voor het fundament van de muziek. Met die gedachte zit ik in de Raad van Aangeslotenen en kom ik op voor mijn achterban, voor alle muzikanten met wie ik werk. Want die achterban wil eigenlijk niets liever dan spelen en creatief bezig zijn, waardoor bij velen het ondernemen op de tweede plaats komt.”
Hoe kom je op voor de belangen van andere muziekmakers?
“Toen ik werd gevraagd voor de raad heb ik direct gezegd: ‘Het lijkt me te gek, maar wel als ik echt wat voor mijn achterban kan betekenen.’ En dat ben ik nu heel direct aan het doen. Als mensen een jazzfestival willen organiseren, dan probeer ik ze op weg te helpen door ze bijvoorbeeld naar Sena te verwijzen. Maar ook op het conservatorium vertel ik over de mogelijkheden van Sena en over het belang van jezelf groeperen en ondernemen. Tijdens het lesgeven kom ik op voor mensen die ook die passie hebben voor muziek, want dat wil ik onderbouwen. Als ik merk dat er talenten tussen zitten, wil ik ze op weg helpen.”