Producenten aan het woord: Tim van der Zalm van Labeltje Labeltje
Tim van der Zalm is manager van DI-RECT, Wodan Boys en Emil Landman. Ook is hij mede-eigenaar van Labeltje Labeltje, een nieuw onafhankelijk platenlabel. Hij vroeg een toelage aan voor het titelloze album van The Indien, dat op Labeltje Labeltje verscheen. De aanvraag werd toegewezen.
“Labeltje Labeltje is een platenlabel dat vrij spontaan is opgericht door singer-songwriter Emil Landman en mij. Twee jaar geleden spraken we elkaar over de vraag wat Emil de komende tijd wilde gaan doen. Emil is een supercreatieve geest boordevol ideeën. Hij wilde verkennen hoe het zou gaan als hij zelf zijn muziek zou uitbrengen. Niet alleen in zijn muziek, maar ook de manier waarop daarmee kan worden omgegaan. Als hij zelf zijn muziek zou uitbrengen, hoefde hij niet aan de baas van zijn label te vragen wat die er van vindt en kan ‘ja’ zeggen op wat hij wil doen. Daarop kwamen we tot de conclusie dat we dan zelf een label moesten beginnen. Het leek ons ontzettend inspirerend en leuk om het zelf te proberen. Om te checken of we niet gek waren, vroegen we wat bevriende artiesten en professionals wat zij van het idee vonden. Die reageerden positief. Zo hadden we plots een eigen label: Labeltje Labeltje.”
Blaudzun
“De vraag of we naast de muziek van Emil ook andere releases zouden gaan uitbrengen, ontstond al snel. We kenden beiden artiesten die interesse hadden om muziek uit te brengen bij Labeltje Labeltje. Ik was zelf al manager van Wodan Boys, dus die waren er makkelijk bij te betrekken. Ook andere artiesten reageren positief. Inmiddels hebben we muziek uitgebracht van onder andere Blaudzun, The Indien en la loye, naast werk van Emil Landman zelf. Kennelijk resoneert ons enthousiasme, onze liefde voor muziek, onze ideeën en wijze van communiceren bij anderen. Een duidelijk labelprofiel hebben we niet; we brengen muziek uit die we zelf gaaf vinden. Daarbij gaat het ook om de mensen achter de muziek. Wat zijn hun wensen, dromen en ideeën? Wat doen ze, wat inspireert ze en wat kunnen Emil en ik daar aan bijdragen? Als we daar allemaal enthousiast van worden, maakt het genre niet zoveel uit. Zolang we maar waarde kunnen toevoegen. Zo brengen we met ISAÏ een hiphop-danceplaat uit, met The Indien left of center pop en is Emil zelf een traditionele singer-songwriter.”
Managersbril
Inmiddels hebben we een mooi roster met leuke acts die allemaal blij zijn met de samenwerking. We doen wat een platenmaatschappij normaal ook doet: distributie en promotie van muziek. Plat gezegd is dat het vermarkten van opnamen. Natuurlijk kijk ik met een managersbril naar het uitbrengen van muziek, want ik ben een manager. Zo vragen we waar de act of band behoefte aan heeft om te kunnen blijven doen wat ze doen. Willen ze input of ideeën, meer strategie of juist structuur? Dan doen we dat. Uiteindelijk ben je op zoek naar de beste manier om samen te werken aan een release, waarin alles in verhouding staat tot elkaar. Dan klopt de samenwerking. En soms komt naar voren dat we weinig toegevoegde waarde kunnen geven. Dan doen we het niet. Ook dat is prima.
Druk van de ketel
Ik vroeg bij het Sena Muziekproductiefonds een toelage aan voor The Indien. Die band bestaat al heel lang, heeft veel gedaan en had een label in het buitenland, maar is er een tijd uit geweest toen dat niet uitpakte zoals gehoopt. Nu hadden ze een aantal mooie liedjes gemaakt en vroeg ons of we die wilden uitbrengen. We moesten weer vanaf nul beginnen en dat met beperkte middelen. Omdat je niet weet of dat succes gaat hebben, is het risico voor ons als label relatief groot. Door de toelage van het fonds kun je een klein stukje risico wegnemen en wat druk van de ketel halen. Zo ontstaat ook ruimte en vrijheid om ‘ja’ te kunnen zeggen tegen bijvoorbeeld een mixer die normaal te kostbaar is. Zo wordt het resultaat beter en hopelijk de toekomst succesvoller. Bij The Indien is dat zetje gelukt. Het album is heel succesvol geworden, met vier singles die goede airplay kregen op zowel de publieke als commerciële zenders en positieve recensies. Daar heeft Sena een steentje aan bijgedragen.”
