Producenten aan het woord: Frank DeLange van Red Ribbon Music
Frank DeLange is componist, arrangeur, muzikant, producer, mixer en sessiemuzikant. Zijn eigen muziek brengt hij uit onder de naam DeLange op het label Red Ribbon Music, waarvan hij mede-eigenaar is. Omdat hij de masters en opnamen van zijn albums zelf bekostigt, is hij naast componist en muzikant ook producent van zijn muziek. In die hoedanigheid vroeg hij een bijdrage aan bij het Sena Muziekproductiefonds voor het maken van La Présence d’un Rêve, zijn nieuwe album met zelf gecomponeerde neoklassieke werken dat op 25 oktober verschijnt. De aanvraag werd toegekend.
“Ik had al vroeg in mijn carrière door dat ik naast muzikant ook producent was. Bijvoorbeeld als lid van Tiny Little Big Band, waar ik verantwoordelijk was voor alles omtrent de muziekreleases. Zo zorgde ik er voor dat onze muziek online te beluisteren was. Dat had een positief effect op het aantal boekingen. We hielden ons niet bezig met platenmaatschappijen en betaalden zelf de opnamen. Zo kwam ik er achter dat we dan zelf producent waren. Als soloartiest doe ik dat nog steeds. Je bent als Do It Yourself-artiest de spin in het web, die teamleden inschakelt, aanstuurt, betaalt en de afspraken maakt e n zo een professioneel volwaardig product maakt. Je perst nog net niet zelf de platen die je uitbrengt. Dan ben je dus ook producent.
Op die manier heb ik volledige controle over mijn muziek en carrière. Ik kan nu alleen mezelf iets verwijten en niet iemand anders, zoals wanneer je het uit handen geeft. Dat vind ik motiverend, al is het niet de makkelijkste weg. Je merkt hoeveel werk je moet verzetten om ergens te komen. Je kunt nooit genoeg doen om zichtbaar te zijn, terwijl het onmogelijk is om alles te doen wat je zou willen doen om je muziek onder de aandacht te brengen. Het gevolg van dat gegeven zie je nu terugkomen in de discussie over geestelijke gezondheid onder muzikanten. Het scheelt dat ik niet piepjong meer ben en mezelf een beetje in de gaten houd.
De kennis om het zelf te gaan doen, is er. Online is er veel informatie over te vinden. En als ik ergens geen expertise in heb, dan huur ik daar iemand voor in. Zoals voor perspromotie, digitale distributie, of het boeken van optredens. Door daar mensen voor in te schakelen en een team te formeren, word je zelf labelbaas. Ik heb in het verleden wel met platenmaatschappijen gesproken. De reikwijdte van een platenmaatschappij is wel aantrekkelijk; als DIY-artiest ben je op kleinere schaal bezig en dat heeft zijn beperkingen. De ambitie om een stap hoger te gaan, is er ook. Dan moet je wel met andere partijen gaan werken. De voorstellen die echter werden gedaan voelden niet goed; ik kreeg een verwaarloosbaar budget om een plaat op te nemen en de verdeelpercentages waren zodanig dat ik mij afvroeg wat ik er aan zou overhouden. Ik had al met andere muzikanten gesproken die gouden bergen waren beloofd, maar ondertussen vastzaten aan een wurgcontract. Het voelde bevrijdend om het zelf te gaan doen.
Het financieren van een plaatopname is wel lastig als je het zelf moet betalen. Werk je met een grote partij als een label, dan is dat makkelijker, ook al is een voorschot een sigaar uit eigen doos. Fondsen hebben voor mij die ondersteunende rol een beetje over genomen. De toelage van het Sena Muziekproductiefonds betekende een belangrijke financiële duw in de rug. Het is een goede start, waarmee je in ieder geval de basiskosten zoals de studiohuur en muzikanten kunt betalen. Voor die laatste hanteer ik de Senanorm; dat komt zowel de samenwerking als de muziek ten goede.”