Pieternel
Pieternel Osinga is songwriter, actrice, componist, theatermaakster en vocaliste. Voor haar debuutalbum Roosevelt Island vroeg ze een bijdrage aan bij het Sena Performers Muziekproductiefonds. De aanvraag werd toegewezen.
“Als ik in Nederland was gebleven, was Roosevelt Island er misschien wel nooit gekomen. Door naar New York te gaan kreeg ik afstand tot mijn leven hier en ontstond de ruimte om dieper de onderwerpen van mijn liedjes in te duiken. Zo wist ik beter wat ik wilde zeggen en kon ik bij de essentie komen. Die stad is belangrijk geweest voor mijn muzikale ontwikkeling, die pas op gang kwam toen ik de Amsterdamse Toneelschool & Kleinkunstacademie had afgrond. Daarvoor had ik aan het Conservatorium van Utrecht de opleiding vocale jazz en pop al gedaan.
Pat Pattison
Pas toen ik van de Kleinkunstacademie kwam, ontstond de behoefte om zelf liedjes te schrijven. Daarvoor belde ik componist Helge Slikker, die mij een beetje hielp met songwriting. Een plan voor mijn muziek had ik verder niet. Ik was al eens in New York geweest, een stad waar ik mij heel vrij voelde. Daar zou ik mijn muzikale pad verder kunnen ontdekken, want na eerst cabareteske liedjes te hebben gemaakt, ging ik meer in traditioneel Amerikaanse stijl schrijven. Zo besloot ik weer naar ‘the big apple’ te gaan en een workshop songwriting te volgen bij Pat Pattison van het Berklee College of Music. Dat was ontzettend inspirerend en leerzaam. Net zoals de mensen die ik ontmoette bij open mic-avonden in kroegen. Wie daar het podium op stapt, gaat er helemaal voor. Die mentaliteit spreekt mij ontzettend aan. Ik werd erdoor aangestoken en durfde met open ogen het avontuur in te stappen. In die grote stad, waar niemand mij kende, durfde ik op mijn bek te gaan op het podium. Door de open houding van mensen daar leerde ik snel andere muzikanten kennen en bouwde ik een netwerk op.
Nashville
Ik kreeg de tip om eens naar Nashville te gaan, de basis van de muzikale stijl die ik speel. Alleen al door daar te zijn werd ik geïnspireerd. Dichter bij de bron van de stijl muziek die ik maak kan ik niet komen. Dat is echt ontzettend belangrijk geweest voor mijn liedjes. Via bevriende muzikanten kwam ik in contact met lokale muzikanten. De vraag om samen eens te gaan schrijven is heel normaal, veel meer dan hier. Dat enthousiasme en die openheid werkten aanstekelijk en gaven mij uitdaging en vertrouwen voor mijn eigen muziek. Zo ontstonden de contouren van Roosevelt Island, mijn debuutalbum, dat ik grotendeels in Nashville met lokale muzikanten heb opgenomen. En met een Nederlandse singer-songwriter en producer die daar woont: Femke Weidema.
Typische countrygirl
Eenmaal terug in Nederland met de afgeronde plaat, liep ik tegen de muren van de muziekindustrie op. De labels die geïnteresseerd waren wilden dat ik een hit zou schrijven en allemaal wijzigingen zou doorvoeren aan de plaat. Ook zou ik een duidelijker imago aangemeten krijgen. Maar ik wil niet in de mal van een typische countrygirl geduwd worden. Ik ben in Nederland geboren en opgegroeid, ik ga niet met een cowboyhoed op een hooibaal zitten zoals iemand uit Nashville. Ik wil niet liegen over wie ik ben. Daarop heb ik de plaat in eigen beheer uitgebracht. Op die manier hoefde ik mij niet te conformeren naar de wensen van anderen. Zo’n album voelt toch als je kind.
Beloning voor werk
Zonder de bijlage van het Sena Performers Muziekproductiefonds was Roosevelt Island niet van de grond gekomen. De toekenning maakt echt een verschil; het geeft vertrouwen in wat je doet en vormt een startpunt voor je album. Met de subsidie kan je mensen betalen voor het werk wat ze doen en hoef je ze niet constant om gunsten te vragen. De muzikanten waar ik mee werk zijn professionals en verdienen een beloning voor hun werk. Iedereen heeft iets met muziek; het verbindt, emotioneert of brengt herinneringen naar boven. We kunnen niet zonder. Maar zodra ervoor betaald moet worden gaan mensen plotseling protesteren. Dat vind ik vreemd. Ik ben blij dat het Sena Performers Muziekproductiefonds er is, want er zijn weinig van dit soort middelen in de muziekindustrie om je te steunen in je plannen. Voor mijn gevoel sterft de muziek uit als er geen subsidies meer zouden zijn om muziek te maken.”