Niet alleen de componist of de hoofdartiest is verantwoordelijk voor een hit, ook de muzikanten. Zij leggen naast hun ziel en zaligheid ook hun vakmanschap en ervaring in een spel, waardoor een liedje boven zichzelf kan uitstijgen. In deze serie vertellen onze Humble Heroes over de hit waarop ze spelen. Aflevering 4: drummer Ton Dijkman over Ik leef niet meer voor jou van Marco Borsato.
“Ik had mij net aangemeld voor een cursus om makelaar te worden toen de telefoon ging: producer/componist John Ewbank aan de lijn, of ik een plaat van Marco Borsato wilde inspelen. Eigenlijk had ik mijn drumstokken al aan de wilgen gehangen. Ik was 38, vond mezelf te oud en de muziekwereld te grillig om er een bestaan in op te bouwen. Het was mooi geweest. Daarbij ben ik als drummer nooit zo zeker van mijn zaak geweest. Ik geniet meer van het luisteren naar andere drummers dan naar mezelf. Ook muzikaal kon ik mijn hart niet langer volgen; ik ben geen drummer die makkelijk andere partijen naspeelt, ik moet binnen mijn gevoel kunnen spelen en muzikaal of sociaal een klik voelen. Dat is voor mij altijd belangrijker geweest dan het financiële aspect, ook al heb ik inmiddels meer dan drieduizend liedjes ingespeeld.
Ik was al eens eerder gevraagd om een plaat in te spelen voor Marco, eentje waarop hij Italiaanse liedjes zong. Ik kom echter uit een heel andere muzikale hoek, heb veel met George Kooymans, Jan Akkerman en Barry Hay gewerkt, dus bedankte ik er voor. John verzekerde mij dat Borsato deze keer een ander soort plaat ging maken, meer pop. Ik besloot het te proberen. John had het liedje geschreven en speelde voor, een drumpartij was er nog niet. Ik noteerde op een blaadje waar het intro, couplet, prechorus en refrein zaten en schreef op wat de maten en hoofdlijn moesten zijn. Vervolgens liet ik mijn gevoel het een kant opduwen. Daar ben ik goed in, aanvoelen wat een liedje nodig heeft. Ik liet mij voor deze partij inspireren door het werk van Jeff Porcaro van Toto en de shuffle van John Bonham van Led Zeppelin, twee van mijn voorbeelden. Ik moest dit liedje aanvallen, het mocht niet te netjes zijn, want dan mist het opwinding. Er moest ontwikkeling in het liedje zitten, waarbij er wordt opgebouwd en ik het refrein twee beats sneller speelde dan de coupletten. Daar zit de ontlading.
Natuurlijk wil ik mensen blij maken door mijn partijen in te spelen, maar ik heb ook een visie op hoe iets beter kan en ben ook in staat dat laten horen. Hoe veiliger je speelt en hoe minder emotie je in een partij legt, hoe makkelijker het is om een liedje in te spelen. Maar dat werkt niet voor mij. Ik neem liever risico om te zoeken naar iets moois en probeer het dan gerust op een andere manier. Het fijne is dat John altijd open staat voor ideeën. Hij liet mij gaan in mijn gevoel en moest hooguit een beetje bijsturen. Ik kan niet anders spelen dan wat ik voel. Zo konden we samen puzzelen. Ik had slechts één take nodig, al zijn de laatste twee maten ingeprikt. Als je iets voor het eerst speelt heeft het iets onschuldigs en zit het vol adrenaline, dat werkte hier. De blazers en de strijkers zijn gearrangeerd op mijn breaks en partijen, niet andersom. Ik oriënteer mij op de zang en het ritme daarvan, niet op de bas. Ik wil de zang versterken met mijn spel, dat is voor mij altijd belangrijker geweest dan loeistrak drummen. Wellicht komt dat omdat ik zelf ook liedjes schrijf.
Aanvankelijk was de platenmaatschappij niet zo enthousiast over het liedje. Ze gingen van Dromen zijn bedrog naar Ik leef niet meer voor jou. Ze vonden het muzikantenmuziek, dit was niet wat het moest zijn. Maar Borsato wilde zelf meer rock ’n roll en Ewbank beschermde ons. Het liet muzikanten horen dat je ook bij dit soort muziek niet netjes binnen de lijntjes hoeft te kleuren en in je sessiewerk een handtekening zetten. Ik leef niet meer voor jou is nooit een single geweest. Toch heb ik er in totaal een half jaarsalaris aan overgehouden, omdat de liedjes van Borsato nog steeds worden gedraaid.”
