Korte reactie Sena op het Atresmedia-arrest
10-12-2020Op 18 november 2020 heeft het HvJ EU in het Atresmedia-arrest geoordeeld dat de billijke vergoedingsaanspraak van art. 8 lid 2 van de VLN-richtlijn, een EU-richtlijn over naburige rechten, niet van toepassing is wanneer een gebruiker “een audiovisuele opname die de vastlegging van een audiovisueel werk bevat waarin een fonogram of een reproductie daarvan is opgenomen, meedeelt aan het publiek”.
Nederland heeft in 1993 in de Wet Naburige Rechten (WNR) aan uitvoerende kunstenaars en fonogrammenproducenten veel meer rechten toegekend, namelijk een verbodsrecht voor alle vormen van exploitatie. Dus niet alleen een vergoedingsaanspraak bij bepaalde vormen van gebruik, zoals die richtlijn als minimum voorschrijft.
Dat betekent dat als een bepaalde vorm van openbaarmaking niet onder de vergoedingsaanspraak van Sena valt op grond van artikel 7 WNR, deze daarmee automatisch onder het WNR-verbodsrecht van uitvoerenden en producenten valt. Openbaarmaking zonder hun toestemming is dan een inbreuk en is schadeplichtig.
Bovendien zijn zowel de rechthebbenden als de betalingsplichtigen er altijd (ook voor de WNR) vanuit gegaan dat televisieomroepen ook betaalden voor de meeste vormen van audiovisuele programma’s waarin muziekopnames zijn verwerkt, zoals ook uit de rechtspraak blijkt.
Sena bestudeert de nu ontstane situatie.