Social Facebook Instagram LinkedIn Youtube

Tape Toy

"De Sena-subsidie heeft heel veel uitgemaakt voor het resultaat van de singles."

Tape Toy

Roos van Tuil is songschrijver, vocalist en gitarist van de Amsterdamse gitaarband TAPE TOY. De band vroeg een bijdrage aan bij het Sena Performers Muziekproductiefonds voor een reeks van zeven singles. Deze aanvraag werd toegewezen.

“Met TAPE TOY staan we aan het begin van onze carrière in de muziek. Dat betekent hard werken en veel investeren, met daarnaast twee repetities en één of twee optredens per week. We zijn nu twee jaar aan het bouwen. Wekelijks voeren we overleg met onze manager over de vervolgstappen, waarna we zelf aan de slag gaan met wat uit zo’n overleg komt. Alles wat we met de muziek verdienen, gaat de bandpot in om te investeren in TAPE TOY. Om de huur te betalen hebben we allemaal banen naast de muziek. Uiteindelijk hopen we iets wijzer te worden van de muziek, zodra we ons debuutalbum uitbrengen en we grotere shows gaan spelen, met bijpassende gages. Dan kunnen we ook onze geluidsman, manager en de ontwerper van het artwork een normale vergoeding betalen.

TAPE TOY is ontstaan door een schoolopdracht van het Conservatorium van Amsterdam, waar we studeerden aan de Popacademie. Bij die opdracht zetten docenten vier studenten bij elkaar met de instructie om samen twintig minuten aan eigen werk te creëren. De combinatie van mij, Wesley (Fransen, gitaar), Marc (van Dongen, drums) en Maurice (van de Graaf, bas) voelde direct heel prettig aan. Omdat het zo goed voelde besloten we na het afronden van de schoolopdracht met elkaar verder te gaan. Daarop hebben we een jaar lang onder de radar gerepeteerd en liedjes geschreven. We schrijven alle vier en hebben eigenlijk nooit ruzie, alleen gezonde discussies. Onze muziek noemen we zelf bubble grunge: vrolijke popliedjes, maar dan hard gespeeld, met een beetje oempf. De Amsterdamse Popprijs 2017 was een mooi moment om zichtbaar te worden. Een week voordat de inschrijvingsperiode van die bandcompetitie afliep, schreven we ons in en traden we naar buiten als TAPE TOY.

Na het winnen van die competitie stelden we een plan op, waarin we in eigen beheer op gezette tijden zeven losse singles zouden uitbrengen. We namen die zeven singles op in een boerderij in België, waar we ons twee weken hadden teruggetrokken en in alle rust in een creatieve flow konden komen en aan de muziek konden werken. Zo konden we ons geluid verder uitdiepen en een meer eigen identiteit geven, waardoor het makkelijker is voor mensen om ons te herkennen en fan te worden. We betaalden het uit de Sena-subsidie en de opbrengst van onze deelname aan het rondreizende festival Popronde, waar we 29 shows verzorgden en waar we gemiddeld zo’n 175 euro voor kregen. Daar konden we de boerderijhuur van betalen, al kregen we een vriendenprijs omdat de eigenaren het leuk vonden dat er een band wilde opnemen. Ook konden we het vervoer, de huur van de opnameapparatuur, de producer en het eten ervan betalen. Dat we onze producer Iwen Legro konden betalen voelde heel goed; je kampt vaak met een schuldgevoel als mensen gratis aan jouw droom werken.

De eerste single in de reeks, FOMO, brachten we enkele dagen na ons optreden op Noorderslag 2019 uit. Daar hielden we een optreden als support act van de bekende Britse band Skunk Anansie aan over. Het idee van het uitbrengen van losse singles is dat we zo nieuwe muziek over het jaar uitsmeren en je per single momentum kunt creëren. Zouden we in één keer een EP of album uitbrengen, dan heb je maar één moment om publiciteit te genereren voor wat je maakt en is het daarna voorbij. Nu werken we aan een geleidelijke stroom publiciteit over een langere periode, met bijzondere activiteiten rond elke release, zoals clips, eigen artwork dat ons een visuele identiteit geeft, een nieuwsbrief over de release, promotie-optredens, berichten op social media en een interview over het liedje. Naast de best mogelijke muziek maken moet je opvallen, want er wordt ontzettend veel muziek uitgebracht. Wil je professioneel muzikant worden dan moet je opvallen en geen eenheidsworst zijn. 

De Sena-subsidie heeft heel veel uitgemaakt voor het resultaat van de singles. Door afgezonderd te werken en niet in losse dagen op te nemen, konden we twee weken achtereen in een creatieve bubbel stappen, 100% met de muziek bezig zijn en een onderscheidend geluid ontwikkelen en uitdiepen. Zo konden we een volgende stap zetten richting een professionele status. Ik vind het dan ook goed dat wij als Nederlandse muzikanten elkaar via het Sena Performers Muziekproductiefonds kunnen helpen.”