Arno van der Vuurst is cellist bij Matangi Quartet. Voor het album Outcast vroeg hij namens het strijkkwartet een toelage aan bij het Sena Muziekproductiefonds. De aanvraag werd toegewezen.
“Outcast is een bijzonder album. We spelen werken van Schnittke, Shostakovich en Sylvestrov, alle drie componisten die werden tegengewerkt in hun manier van componeren, bij die laatste zelfs zodanig dat hij werd verbannen. We hebben het album opgenomen om de wereld te laten zien dat die muziek er mag bestaan. Zo laten we dat aan de wereld horen en geven we ruimte aan hun expressiviteit. Het is ontzettend fijn dat Sena ons daarbij heeft kunnen ondersteunen. Het gaf ons lucht en vrijheid om de opnamen te beginnen. Je wilt niet van je laatste centen gestrest de studio in gaan en niet weten of je wel het einde van de maand haalt. Nu gingen we losser de studio in en was er meer focus op waar het echt om gaat: de muziek.
Matangi is in 1999 gestart door violiste Maria Paula Majoor op het Koninklijk Conservatorium in Den Haag, voor haar eindexamen. Voor dat concert zocht ze mensen bij elkaar met wie ze wilde spelen. Daar gebeurde iets. In 2006 kwam ik er bij. Matangi was de eerste die bij De Nederlandse Strijkkwartet Academie ging studeren, bij Stefan Metz. Van het een kwam het ander, het was net een sneeuwbal die ging rollen. Men verklaarde ons voor gek, als jong strijkkwartet een professionele carrière te ambiëren. Het is een circuit met vaste netwerken en zuilen, ontzettend moeilijk om tussen te komen. Juist dat zorgde voor de motivatie om ons te bewijzen. Het ensemble is vernoemd naar de vierarmige Indiase godin van poëzie, het gesproken woord en muziek. Die naam ontstond toen we ons aanmelden voor de Amadeus Summer Course in Londen en voor het inschrijfformulier een naam moesten opgeven.
Het is bijzonder hoe muziek je op plekken kan brengen waar je anders niet kan komen. Wanneer ik zelf muziek luister wil ik geraakt of betoverd worden. Ik kom ik even los van alles en kan extreem geïnspireerd worden om ergens aan te beginnen. Als muzikant vind ik het waanzinnig om te mogen spelen en mensen mee te nemen naar een bepaalde wereld, die anders is dan de dagelijkse realiteit. Ons publiek is nieuwsgierig naar wat wij gaan doen en vinden het leuk verrast te worden. Dat vind ik heel mooi. Met Matangi denken we goed na over de vraag met wie we samenspelen. We zijn niet een simpel strijkje ergens onder, het moet een gelijkwaardige samenwerking zijn waarin we toegevoegde waarde moeten kunnen geven aan het repertoire dat we spelen. We willen composities een bepaalde vernieuwing of relevantie meegeven. Doordat muzieknotatie beperkt is zijn daar mogelijkheden voor. Zo kan ik bijvoorbeeld dichter op de kam spelen, waardoor een vervorming optreedt die er in notatie niet staat maar wel bij het stuk past. Zo trek je de muziek naar deze tijd en naar onszelf. Ik speel heel graag het werk van Beethoven, maar het voor de zoveelste keer zo goed mogelijk spelen is niet zo interessant.
Een album uitbrengen levert ons zichtbaarheid op. Onze laatste albums hebben we in eigen beheer uitgebracht en zelf de pers benaderd. We steken liever zelf de energie er in dan dat het album bij een label op de stapel belandt. Nu werden we uitgekozen als Editor’s Choice in het Britse Gramophone Magazine, stonden in het lijstje van beste strijkkwartetalbums van het jaar en kregen we een nominatie voor hun award. Soortgelijke dingen gebeurden in Duitsland, België en Luxemburg. Die bevestiging van buitenaf dat wat je maakt goed is zorgt er voor dat je serieuzer wordt genomen als kwartet. Het is idioot dat het zo werkt, maar het zorgt er wel voor dat je blijft meedoen in het circuit.”