Social Facebook Instagram LinkedIn Youtube

Aafke Romeijn

"Een album maken kost veel geld"

Aafke Romeijn

Aafke Romeijn is muzikant, journalist en schrijver. Ze bracht drie albums uit, waarvan de laatste twee bij V2 in licentie verschenen. Momenteel werkt ze aan haar vierde album, dat medio 2019 verschijnt. Twee keer vroeg ze een bijdrage aan bij het Sena Performers Muziekproductiefonds: voor haar tweede album Chin. Ind.Spec.Rest. en voor haar derde album 'Je doet je best maar'.

“Een album maken kost veel geld. Daar kwam ik achter bij het maken van mijn debuutalbum Stella must die! Ik spaarde om de studio in te gaan en een liedje op te nemen en herhaalde dat proces tot alle liedjes waren opgenomen. Vervolgens moest ik weer sparen om het masteren te kunnen betalen, en toen weer voor het persen. Dat resulteerde er in dat het drie jaar heeft geduurd om die plaat te maken.”

Laagdrempelig
“Nadat mijn debuut goed werd ontvangen, besloot ik een opvolger te maken. Ik houd er van om voor projecten in mijn leven een planning te maken en mij daar aan te houden. Mijn producer Erik, die ook met Eefje de Visser werkt, wist van het Sena Performers Muziekproductiefonds omdat Eefje daar een aanvraag bij had gedaan. Hij wees mij op het bestaan van het fonds. Toen ik de aanvraagprocedure las dacht ik ‘dat kan ik ook’. Als toenmalig docent Nederlands kon ik al goed mijn verhaal op papier zetten, en ik had een duidelijk omlijnd idee wat ik wilde doen. Het dwingt je als artiest ook om na te denken over een begroting, planning en een doel voor de lange termijn. Daarbij hoef je geen ellenlange teksten te schrijven of bijna een professionele fondsenwerver te zijn, zoals bij sommige andere fondsen. Het kost je geen maand tijd om de aanvraag te schrijven. Dat maakt het laagdrempelig voor beginnende artiesten. Ook de verdeling tussen 2/3e gift en 1/3e lening vind ik prima. Als je die lening niet kunt terugbetalen, heb je iets verkeerd gedaan. Als muzikant ben je wel gewend om geld te lenen, of het nu via een voorschot via je publisher is of via een productiebijdrage van een platenlabel. Je betaalt het altijd terug. De tijd dat je een zak geld kreeg als je bij een platenlabel of publisher getekend was, is echt voorbij. Ook bij een label bekostig je de opname van een plaat zelf.”

Denken vanuit de muzikanten
“Alleen al uit educatief oogpunt is het goed dat je een deel van de bijdrage moet terugbetalen. Wat ik heel prettig vond, is dat je niet een half jaar moet wachten voordat je weet of je aanvraag is toegewezen; er zijn drie aanvraagrondes per jaar. Dat is goed geregeld, je merkt dat Sena vanuit de muzikanten denkt. Van mij mogen er zelfs vier aanvraagrondes per jaar zijn. De muziekwereld gaat steeds sneller, zoals bij het hele traject van plannen naar release. Hoe korter het traject, hoe beter het aansluit op de realiteit, de workflow van muzikanten en de dynamiek van de industrie. Daarbij beginnen veel artiesten al aan een plaat voordat ze uitsluitsel hebben gekregen of hun aanvraag is toegewezen. Ze zijn het niet gewend om een aanvraag te doen voordat ze aan een album beginnen. Het opstellen van een begroting vond ik nog best lastig. In je begroting moet je laten zien dat je quitte kunt spelen en genoeg geld gaat verdienen met de verkoop van je plaat.”

Tijd kopen
“Beide bijdragen van het fonds hebben absoluut bijgedragen aan mijn muzikantschap. Ik heb twee keer in kortere tijd een album kunnen uitbrengen. Zo had ik een constantere output van muziek. Dat is belangrijk in deze tijd, zo blijf je in beeld in de muziekwereld. Daarbij hoefde ik niet weer eerst een jaar te werken en te sparen voor ik een nieuw album kon maken. Je koopt er dus tijd mee om in kortere tijd een album te maken. Ik zie veel jonge artiesten die fulltime werken en alleen ’s nachts aan hun muziek kunnen werken. Ik gun het ook jongere generaties muzikanten om een bijdrage van het Sena Performers Muziekproductiefonds te krijgen. Hoe rechtser de politiek, hoe groter de functie is van een fonds als dit. Van mij mag er zelfs nog wel meer van het geld dat Sena incasseert namens muzikanten naar het fonds gaan.”

Aafke Romeijn